zaterdag 2 april 2011

Romeinse munten

Er is geen vitrine aan Romeinse munten gewijd op deze expositie. Als troost daarom hier een paar woorden.
Smetius zelf is overtuigd van het belang van munten. In zijn voorwoord tot de lezer laat hij het belang van de numismatiek zien. Hij citeert uitvoerig Jan Hemelaers, Claude Chiflet en Ezechiël Spanheim.
Smetius geeft aan het begin van zijn muntencatalogus nog eens een opsomming van de voorstellingen op munten en van geleerden die hun voordeel kunnen doen met munten.

De vertaling (2 pagina's Latijn)
De Romeinen meenden dat bijna alles, gewijde of alledaagse zaken, gebeurtenissen in oorlog en vrede, ja alles, het waard was in de herinnering van het nageslacht voort te leven en daarom hebben ze dat op munten afgebeeld.
Op deze munten kun je beelden van goden en godinnen zien, tempels, altaren, godshuizen, spelen, wijdingen, hogepriesters, zieners, offerpriesters, priesters en een bont geheel van zaken betreffende gods- en eredienst.
Op dezelfde munten kunnen de gezichten en gelaatstrekken van keizers, heersers en vorsten gezien worden, zoveel eeuwen lang, tot nu toe.
Er zijn titels, namen, veldtochten, toespraken, uittochten, parades, aankomsten, uitdelingen, overwinningen en zegetekens te zien.
Het consulaat, het ambt van volkstribuun en de regeringsjaren van de keizer worden genummerd.
De hogere en lagere magistraten, de ambten, de openbare diensten en de namen van de bekleders daarvan zijn bekend.
De geschiedkundige ziet de legers, legioenen, veldtekens, gebouwen, gebieden, overwonnen en herwonnen provincies, volken, versterkingen, koloniƫn, steden, rivieren, havens, badgebouwen, circussen, theaters, wegen, aquaducten en de open en gesloten deuren van de Janustempel.
De getuigenissen op munten zijn mededelingen van de staat en ze worden bevestigd door de senaatsbesluiten uit de tijd waarin de zaak speelde, zodat er niets is dat helderder en vaststaander is dan die munten.

Ze omvatten een lange geschiedenis, ordenen de kalenders, vullen leemtes in de geschiedenis op, werpen licht op donkere en ongrijpbare zaken, benoemen onduidelijkheden en verbeteren fouten. Want de correctheid van de geschiedenis moet beoordeeld worden op de munten, en niet de correctheid van de munten op de geschiedenis. 175 Hoe nonchalanter of zorgvuldiger een geschiedschrijver, zowel van de moderne als de oude geschiedenis, omgaat met munten, des te ongelukkiger of nauwkeuriger hij zich kwijt van de taak van geschiedschrijver.
De filoloog treft op munten veel informatie aan over de spelling: oude schrijfwijzen en uitdrukkingen benevens afkortingen van letters en woorden.
De ethicus, of politicus, herkent de symbolen van deugden, de taken van de keizers, keizerinnen en vorsten, en zeker de eigenschappen die afgeleid en verduidelijkt worden uit de opschriften op munten.
De natuurwetenschapper onderzoekt de kenmerken van dieren, de in het algemeen minder bekende vogels, vissen, viervoeters en monsters (zowel echte als verzonnen), de afbeeldingen van planten, de weergave van rivieren, de oorsprong van steden en het beeld van de provincies.
Ook handwerkslieden (ingenieurs, schilders, graveurs, beeldhouwers, bronsgieters, koperslagers, zilversmeden, steenhouwers en pottenbakkers) vinden er elk wat wils, omdat de Ouden de natuur zo sierlijk vorm hebben gegeven dat het merendeel van de mensen van nu met name voorwerpen bewondert die het meest lijken op de verfijning van die oudere producten.
Munten geven tenslotte met vaststaande tijdsaanduidingen de leeftijd van graven en verborgen schatten aan. Ze laten als de ouderdom onderzocht wordt heel duidelijk de hoge of geringere leeftijd zien van de plek waar ze opgedolven werden. En met groot gezag geven ze op grond van de opgravingen veel verklaringen voor antieke versieringen van de Ouden en voor betekenis en gebruik van overblijfselen.
Niemand kijkt met minachting of afkeer naar de echte munten van Romeinse koningen, consuls en keizers. Of het moet iemand zijn die dom en jaloers is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten