donderdag 31 maart 2011

Universiteit der Bataven

Het is natuurlijk niet toevallig dat de Radboud Universiteit bestaat: al vanaf het begin van onze jaartelling heeft Nijmegen een universiteit gehad.
Smetius junior is daarvan vast overtuigd, zoals je kunt lezen in de volgende passage. Daarin memoreert hij ook de in 1655/56 gestichte Kwartierlijke Academie. Deze universiteit is na een vijfentwintig jaar ter ziele gegaan. Voor de RU: alle goede dingen in drieën.

Smetius schrijft op pagina 150 van zijn Nijmeegse Oudheden:
Maar de oude resten van zoveel oude schrijfstiften overtuigen mij er ruimschoots van dat vroeger, al vanaf de vroegste tijd van de Romeinse keizers, nog vóór alle vernielingen in de loop van zoveel eeuwen, de stad van de Bataven een universiteit bezat, een universiteit die druk werd bezocht door studenten, die bloeiende afdelingen schone kunsten, wetenschap en talen had en waar de geleerde jeugd die schrijfstiften vaak ter hand nam. En dat na zo'n groot tijdsverloop de Staten van het Nijmeegs Kwartier tijdens mijn leven een Gymnasium en een Academie niet zozeer vanuit het niets opgericht hebben maar veeleer het grote paleis van onderricht en ijver nieuw leven hebben ingeblazen. Toen durfde ik dat zonder gevoelens van twijfel te beweren en tot nu toe heb ik, gesterkt door zoveel schrijfstiften van de Ouden, niet geaarzeld deze mening nog altijd te onderschrijven, omdat Suetonius in hoofdstuk 45 van zijn 'Gajus Caligula' deze plaatsen ook speelplaatsen voor lezen en schrijven noemt, met andere woorden Academie of School, want de Romeinen noemden een school een speelplaats, waar de jeugd zich aan de studie wijdde en de literatuur tot zich nam.

Aardig detail: in het register op namen en zaken geeft Smetius twee treffers voor de universiteit. De eerste term is 'Academia Neomagensis', de tweede 'Ludus litterarius Neomagi'. Zo verkleint hij de kans dat iemand de onderwijsinstelling mist in de index!

woensdag 30 maart 2011

Bataafse Mythe

Roemruchte voorvader Julius Civilis wordt door Smetius opgevoerd als bewijs dat Nijmegen het oude Oppidum Batavorum, de stad van de Bataven, is.

Deze Bataafse vrijheidsstrijder werd in de Tachtigjarige Oorlog gezien als voorbeeld voor en tegenhanger van Willem van Oranje: beiden vochten tegen vreemde overheersers.

Lees meer over deze Bataafse Mythe.

maandag 28 maart 2011

veranderingen vertaling Nijmeegse Oudheden

Een mooie spin-off van deze tentoonstelling zijn de aanpassingen aan mijn vertaling van de Antiquitates Neomagenses / Nijmeegse Oudheden.

Ik heb nu behoorlijk wat boeken in handen gehad. Een aantal heb ik doorgebladerd en in een paar heb ik stukjes gelezen. En dan worden er wat contactjes in de hersenen ge(re)activeerd: voilà twee verbeteringen.

zondag 27 maart 2011

Uitnodiging opening op dinsdag 5 april

Uitnodiging opening op dinsdag 5 april.

Nogmaals Republiek der Letteren
Cuperus en Heinsius

Nu een (deel van een) brief van Gijsbert Cuper aan Nicolaas Heinsius. Het gaat hierbij om een aantal recent ontdekte altaren in Nijmegen. Cuperus geeft de inscripties aan Heinsius. Op de tenstoonstelling komt het altaar van Brato ook aan bod.

De (Latijnse) brief van 12 september 1671 is te vinden in Burman op pagina 666 en 665.

De vertaling
Ik voeg bovendien aan dit briefje een paar inscripties toe, die in Nijmegen gevonden zijn. Ik heb ze al even genoemd toen jij in Den Haag allerhartelijkst je mijn lot aantrok.
Aan Jupiter, de Beste en Grootste, en aan de Beschermgeest van deze Plaats heeft Gajus Candidinius Sanctus, vaandeldrager van het Dertigste Legioen Ulpia Victrix (dit altaar) voor zichzelf en zijn familie gaarne en met reden opgericht in het jaar 185.
Aan zijn Matres Mopatres heeft Marcus Liberius Victor, burger van de Nerviers, graanhandelaar, (dit altaar) gaarn en met reden gewijd.
Voor de Matronae Aufaniae, Titus Albinius Ianuarius.
Voor de inheemse Jupiter, de Beste en de Grootste, heeft de oudgediende Brato gaarne en met reden (dit altaar) opgericht.

donderdag 24 maart 2011

Stadsmuur Nijmegen

Er is ook een vitrine gewijd aan opgravingen in Nijmegen.
En dan is het mooi om te zien dat er ook nu weer/nog gegraven wordt in Nijmegen. Dan wel geen Romeins spul maar misschien hebben vader en zoon Smetius wel gewandeld over deze stadsmuren?

dinsdag 22 maart 2011

Boxhorn en Blancard en Smetius
Republiek der Letteren

Een van de vitrines in de tentoonsteling gaat over de contacten die Smetius heeft met andere geleerden. Hij correspondeert veel en ook onderling spreken mensen over hem.

In het postscriptum van een brief van 15 mei 1644 laat Marcus Zuerius Boxhorn aan Nicolaas Blancard weten dat Blancard Smetius maar eens op moet laten schieten met Oppidum Batavorum / Nijmegen, stad der Bataven.

Of het geholpen heeft, is maar zeer de vraag: de handelseditie verschijnt (pas) in 1645!

De Latijnse tekst staat in Boxhorns Epistolae et Poemata, in de editie van 1662 op pagina 170 en in de editie van 1679 op pagina 223.

De vertaling
Ik kijk toch wel heel erg uit naar Oppidum Batavorum van Johannes Smithius. Jij, die in het huis van Smithius de Romeinse huisraad van die vermaarde oudheidkundige met je nieuwsgierige verstand bekijkt, moet die man eens indringend aansporen dat hij zijn begonnen werk afmaakt. Omdat alleen hij dit kan, zal hij daarom bij de huidige generatie bijval, bij de toekomstige eeuwige roem oogsten.

donderdag 17 maart 2011

UB @ RU

Als je volgers zich gaan roeren, dan is er iets mis. De helft van mijn volgers klaagt over mijn inactiviteit (en de andere helft is misschien zelfs al wel afgehaakt ...).

Dan moet er een update komen. En die update is er!

Eergisteren ben ik in Nijmegen naar de UB geweest om daar een keuze te maken uit mijn eigen voorselectie. En dat is goed verlopen.

Ik heb mijn keuze kunnen maken, met als gevolg dat ik toch behoorlijk wat aangepast hebt aan de opzet.

De mensen van de UB waren vriendelijk en behulpzaam.
Ik had binnen no-time een dagpas met uitleg waar ik op de computers boeken kon aanvragen (dus niet in de oude cataloguszaal, waar ik gewoontegetrouw naar toe liep).
De portier was zo vriendelijk mijn kluisje te openen omdat ik iets verkeerd had gedaan met de code (het kluisje zelf had ik wel onthouden. Ik had ook meteen het kluisje helemaal rechtsboven in de hoek gekozen).
In de tijdschriftenzaal mocht ik lekker een stoel aanschuiven om niet met al die boeken te hoeven sjouwen.
En de man in de Bijzondere Leeszaal kwam me mijn vergeten rijbewijs achterna brengen.
Kortom: service!

dinsdag 1 maart 2011

Opening op dinsdag 5 april

De opening van de tentoonstelling is op dinsdag 5 april.
Ontvangst om 16.00 uur.

De opening wordt verricht door Dolly Verhoeven, bijzonder hoogleraar geschiedenis van Nijmegen, in het bijzonder de publieksgerichte aspecten.

De tenstoonstelling geeft een beeld van de boeken uit de collectie van de Radboud Universiteit, die verband houden met vader en zoon Johannes Smetius, Nijmeegse oudheidkundigen uit zeventiende eeuw.

De uitstalling is in april en mei tijdens de openingstijden van de Centrale Bibliotheek vrij te bezoeken.