zaterdag 9 april 2011

Publiciteit!

De tenstoonstelling/opening is niet onopgemerkt gebleven.

De Gelderlander van woensdag 6 april schrijft:

En ook TV Nijmegen laat zich niet onbetuigd. Spoel snel door naar 5:45.

woensdag 6 april 2011

Opening

Graham Jefcoate, MA, directeur van de UB Nijmegen, heette rond half vijf iedereen welkom. Na zijn korte speech kreeg Dolly Verhoeven, bijzonder hoogleraar Geschiedenis van Nijmegen, het woord. Zij sprak over leven en werken van de Smetii en opende de tentoonstelling door de documentaire "Nijmegen, stad der Bataven?" te starten.


De eerste vitrine als blikvanger voor de mensen die De Verdieping op komen.
En de vitrine met de archeologica.


En al snel verspreiden de bezoekers zich over de ruimte en rond de vitrines.

Dank aan ieder die er was.
Ik vond het leuk om iedereen weer te zien!

maandag 4 april 2011

Puntjes op de i

Vandaag met Léon de vitrines ingericht met boeken, aardewerk en replica's en wat archeologengereedschap. Eigenlijk teveel boeken: de vitrines liggen misschien wel voller dan goed is voor de kijker.

En morgen, nog ruimschoots voor de opening, gaat Léon de puntjes op de i zetten. In dit geval een aantal pijltjes bij woorden.

Hopelijk zie ik jou, Waarde Lezer, morgen op de opening (en de aansluitende receptie).

zondag 3 april 2011

En nog eens Republiek der Letteren

Zoals ik al schreef bij 'Universiteit der Bataven': alle goede dingen in drieën.
Dus nog een stukje over de Republiek der Letteren en wel over Johannes Isacius Pontanus.

Tussen haakjes. In de levensbeschrijving van Molhuysen/Blok staat vanaf regel 6: Zijn vader was een gelderschman, heeft te Haarlem gewoond en was in 1574 met zijn vrouw op reis naar Denemarken, toen hun zoon op zee geboren werd, vóór het bereiken van Elseneur. Vandaar de naam Pontanus, later door dezen aangenomen. Pontanus is zich dus Pontanus gaan noemen omdat hij op zee geboren is. Pontus is een Oud-Grieks woord voor 'zee'. Zijn naam is dus gewoon Jan of Hans van de Zee.

Pontanus heeft Smetius nog in de klas gehad in Harderwijk. Hij schrijft een gedicht dat voorin Oppidum Batavorum gepubliceerd is. Op de tentoonstelling is de betreffende pagina te zien met daarbij een vertaling van het lofdicht.

Het/Een origineel ligt in Zweden.
Wie zijn paleografie en Latijn wil oefenen, kan hier terecht.
Het complete fiche van de Waller Manuscript Collection.

zaterdag 2 april 2011

Romeinse munten

Er is geen vitrine aan Romeinse munten gewijd op deze expositie. Als troost daarom hier een paar woorden.
Smetius zelf is overtuigd van het belang van munten. In zijn voorwoord tot de lezer laat hij het belang van de numismatiek zien. Hij citeert uitvoerig Jan Hemelaers, Claude Chiflet en Ezechiël Spanheim.
Smetius geeft aan het begin van zijn muntencatalogus nog eens een opsomming van de voorstellingen op munten en van geleerden die hun voordeel kunnen doen met munten.

De vertaling (2 pagina's Latijn)
De Romeinen meenden dat bijna alles, gewijde of alledaagse zaken, gebeurtenissen in oorlog en vrede, ja alles, het waard was in de herinnering van het nageslacht voort te leven en daarom hebben ze dat op munten afgebeeld.
Op deze munten kun je beelden van goden en godinnen zien, tempels, altaren, godshuizen, spelen, wijdingen, hogepriesters, zieners, offerpriesters, priesters en een bont geheel van zaken betreffende gods- en eredienst.
Op dezelfde munten kunnen de gezichten en gelaatstrekken van keizers, heersers en vorsten gezien worden, zoveel eeuwen lang, tot nu toe.
Er zijn titels, namen, veldtochten, toespraken, uittochten, parades, aankomsten, uitdelingen, overwinningen en zegetekens te zien.
Het consulaat, het ambt van volkstribuun en de regeringsjaren van de keizer worden genummerd.
De hogere en lagere magistraten, de ambten, de openbare diensten en de namen van de bekleders daarvan zijn bekend.
De geschiedkundige ziet de legers, legioenen, veldtekens, gebouwen, gebieden, overwonnen en herwonnen provincies, volken, versterkingen, koloniën, steden, rivieren, havens, badgebouwen, circussen, theaters, wegen, aquaducten en de open en gesloten deuren van de Janustempel.
De getuigenissen op munten zijn mededelingen van de staat en ze worden bevestigd door de senaatsbesluiten uit de tijd waarin de zaak speelde, zodat er niets is dat helderder en vaststaander is dan die munten.

Ze omvatten een lange geschiedenis, ordenen de kalenders, vullen leemtes in de geschiedenis op, werpen licht op donkere en ongrijpbare zaken, benoemen onduidelijkheden en verbeteren fouten. Want de correctheid van de geschiedenis moet beoordeeld worden op de munten, en niet de correctheid van de munten op de geschiedenis. 175 Hoe nonchalanter of zorgvuldiger een geschiedschrijver, zowel van de moderne als de oude geschiedenis, omgaat met munten, des te ongelukkiger of nauwkeuriger hij zich kwijt van de taak van geschiedschrijver.
De filoloog treft op munten veel informatie aan over de spelling: oude schrijfwijzen en uitdrukkingen benevens afkortingen van letters en woorden.
De ethicus, of politicus, herkent de symbolen van deugden, de taken van de keizers, keizerinnen en vorsten, en zeker de eigenschappen die afgeleid en verduidelijkt worden uit de opschriften op munten.
De natuurwetenschapper onderzoekt de kenmerken van dieren, de in het algemeen minder bekende vogels, vissen, viervoeters en monsters (zowel echte als verzonnen), de afbeeldingen van planten, de weergave van rivieren, de oorsprong van steden en het beeld van de provincies.
Ook handwerkslieden (ingenieurs, schilders, graveurs, beeldhouwers, bronsgieters, koperslagers, zilversmeden, steenhouwers en pottenbakkers) vinden er elk wat wils, omdat de Ouden de natuur zo sierlijk vorm hebben gegeven dat het merendeel van de mensen van nu met name voorwerpen bewondert die het meest lijken op de verfijning van die oudere producten.
Munten geven tenslotte met vaststaande tijdsaanduidingen de leeftijd van graven en verborgen schatten aan. Ze laten als de ouderdom onderzocht wordt heel duidelijk de hoge of geringere leeftijd zien van de plek waar ze opgedolven werden. En met groot gezag geven ze op grond van de opgravingen veel verklaringen voor antieke versieringen van de Ouden en voor betekenis en gebruik van overblijfselen.
Niemand kijkt met minachting of afkeer naar de echte munten van Romeinse koningen, consuls en keizers. Of het moet iemand zijn die dom en jaloers is.

donderdag 31 maart 2011

Universiteit der Bataven

Het is natuurlijk niet toevallig dat de Radboud Universiteit bestaat: al vanaf het begin van onze jaartelling heeft Nijmegen een universiteit gehad.
Smetius junior is daarvan vast overtuigd, zoals je kunt lezen in de volgende passage. Daarin memoreert hij ook de in 1655/56 gestichte Kwartierlijke Academie. Deze universiteit is na een vijfentwintig jaar ter ziele gegaan. Voor de RU: alle goede dingen in drieën.

Smetius schrijft op pagina 150 van zijn Nijmeegse Oudheden:
Maar de oude resten van zoveel oude schrijfstiften overtuigen mij er ruimschoots van dat vroeger, al vanaf de vroegste tijd van de Romeinse keizers, nog vóór alle vernielingen in de loop van zoveel eeuwen, de stad van de Bataven een universiteit bezat, een universiteit die druk werd bezocht door studenten, die bloeiende afdelingen schone kunsten, wetenschap en talen had en waar de geleerde jeugd die schrijfstiften vaak ter hand nam. En dat na zo'n groot tijdsverloop de Staten van het Nijmeegs Kwartier tijdens mijn leven een Gymnasium en een Academie niet zozeer vanuit het niets opgericht hebben maar veeleer het grote paleis van onderricht en ijver nieuw leven hebben ingeblazen. Toen durfde ik dat zonder gevoelens van twijfel te beweren en tot nu toe heb ik, gesterkt door zoveel schrijfstiften van de Ouden, niet geaarzeld deze mening nog altijd te onderschrijven, omdat Suetonius in hoofdstuk 45 van zijn 'Gajus Caligula' deze plaatsen ook speelplaatsen voor lezen en schrijven noemt, met andere woorden Academie of School, want de Romeinen noemden een school een speelplaats, waar de jeugd zich aan de studie wijdde en de literatuur tot zich nam.

Aardig detail: in het register op namen en zaken geeft Smetius twee treffers voor de universiteit. De eerste term is 'Academia Neomagensis', de tweede 'Ludus litterarius Neomagi'. Zo verkleint hij de kans dat iemand de onderwijsinstelling mist in de index!

woensdag 30 maart 2011

Bataafse Mythe

Roemruchte voorvader Julius Civilis wordt door Smetius opgevoerd als bewijs dat Nijmegen het oude Oppidum Batavorum, de stad van de Bataven, is.

Deze Bataafse vrijheidsstrijder werd in de Tachtigjarige Oorlog gezien als voorbeeld voor en tegenhanger van Willem van Oranje: beiden vochten tegen vreemde overheersers.

Lees meer over deze Bataafse Mythe.

maandag 28 maart 2011

veranderingen vertaling Nijmeegse Oudheden

Een mooie spin-off van deze tentoonstelling zijn de aanpassingen aan mijn vertaling van de Antiquitates Neomagenses / Nijmeegse Oudheden.

Ik heb nu behoorlijk wat boeken in handen gehad. Een aantal heb ik doorgebladerd en in een paar heb ik stukjes gelezen. En dan worden er wat contactjes in de hersenen ge(re)activeerd: voilà twee verbeteringen.

zondag 27 maart 2011

Uitnodiging opening op dinsdag 5 april

Uitnodiging opening op dinsdag 5 april.

Nogmaals Republiek der Letteren
Cuperus en Heinsius

Nu een (deel van een) brief van Gijsbert Cuper aan Nicolaas Heinsius. Het gaat hierbij om een aantal recent ontdekte altaren in Nijmegen. Cuperus geeft de inscripties aan Heinsius. Op de tenstoonstelling komt het altaar van Brato ook aan bod.

De (Latijnse) brief van 12 september 1671 is te vinden in Burman op pagina 666 en 665.

De vertaling
Ik voeg bovendien aan dit briefje een paar inscripties toe, die in Nijmegen gevonden zijn. Ik heb ze al even genoemd toen jij in Den Haag allerhartelijkst je mijn lot aantrok.
Aan Jupiter, de Beste en Grootste, en aan de Beschermgeest van deze Plaats heeft Gajus Candidinius Sanctus, vaandeldrager van het Dertigste Legioen Ulpia Victrix (dit altaar) voor zichzelf en zijn familie gaarne en met reden opgericht in het jaar 185.
Aan zijn Matres Mopatres heeft Marcus Liberius Victor, burger van de Nerviers, graanhandelaar, (dit altaar) gaarn en met reden gewijd.
Voor de Matronae Aufaniae, Titus Albinius Ianuarius.
Voor de inheemse Jupiter, de Beste en de Grootste, heeft de oudgediende Brato gaarne en met reden (dit altaar) opgericht.

donderdag 24 maart 2011

Stadsmuur Nijmegen

Er is ook een vitrine gewijd aan opgravingen in Nijmegen.
En dan is het mooi om te zien dat er ook nu weer/nog gegraven wordt in Nijmegen. Dan wel geen Romeins spul maar misschien hebben vader en zoon Smetius wel gewandeld over deze stadsmuren?

dinsdag 22 maart 2011

Boxhorn en Blancard en Smetius
Republiek der Letteren

Een van de vitrines in de tentoonsteling gaat over de contacten die Smetius heeft met andere geleerden. Hij correspondeert veel en ook onderling spreken mensen over hem.

In het postscriptum van een brief van 15 mei 1644 laat Marcus Zuerius Boxhorn aan Nicolaas Blancard weten dat Blancard Smetius maar eens op moet laten schieten met Oppidum Batavorum / Nijmegen, stad der Bataven.

Of het geholpen heeft, is maar zeer de vraag: de handelseditie verschijnt (pas) in 1645!

De Latijnse tekst staat in Boxhorns Epistolae et Poemata, in de editie van 1662 op pagina 170 en in de editie van 1679 op pagina 223.

De vertaling
Ik kijk toch wel heel erg uit naar Oppidum Batavorum van Johannes Smithius. Jij, die in het huis van Smithius de Romeinse huisraad van die vermaarde oudheidkundige met je nieuwsgierige verstand bekijkt, moet die man eens indringend aansporen dat hij zijn begonnen werk afmaakt. Omdat alleen hij dit kan, zal hij daarom bij de huidige generatie bijval, bij de toekomstige eeuwige roem oogsten.

donderdag 17 maart 2011

UB @ RU

Als je volgers zich gaan roeren, dan is er iets mis. De helft van mijn volgers klaagt over mijn inactiviteit (en de andere helft is misschien zelfs al wel afgehaakt ...).

Dan moet er een update komen. En die update is er!

Eergisteren ben ik in Nijmegen naar de UB geweest om daar een keuze te maken uit mijn eigen voorselectie. En dat is goed verlopen.

Ik heb mijn keuze kunnen maken, met als gevolg dat ik toch behoorlijk wat aangepast hebt aan de opzet.

De mensen van de UB waren vriendelijk en behulpzaam.
Ik had binnen no-time een dagpas met uitleg waar ik op de computers boeken kon aanvragen (dus niet in de oude cataloguszaal, waar ik gewoontegetrouw naar toe liep).
De portier was zo vriendelijk mijn kluisje te openen omdat ik iets verkeerd had gedaan met de code (het kluisje zelf had ik wel onthouden. Ik had ook meteen het kluisje helemaal rechtsboven in de hoek gekozen).
In de tijdschriftenzaal mocht ik lekker een stoel aanschuiven om niet met al die boeken te hoeven sjouwen.
En de man in de Bijzondere Leeszaal kwam me mijn vergeten rijbewijs achterna brengen.
Kortom: service!

dinsdag 1 maart 2011

Opening op dinsdag 5 april

De opening van de tentoonstelling is op dinsdag 5 april.
Ontvangst om 16.00 uur.

De opening wordt verricht door Dolly Verhoeven, bijzonder hoogleraar geschiedenis van Nijmegen, in het bijzonder de publieksgerichte aspecten.

De tenstoonstelling geeft een beeld van de boeken uit de collectie van de Radboud Universiteit, die verband houden met vader en zoon Johannes Smetius, Nijmeegse oudheidkundigen uit zeventiende eeuw.

De uitstalling is in april en mei tijdens de openingstijden van de Centrale Bibliotheek vrij te bezoeken.

woensdag 23 februari 2011

documentaire Nijmegen, stad der Bataven?

Er is flinke vooruitgang geboekt bij de voorbereiding: Monique Bullinga heeft heel vriendelijk toestemming gegeven om de door Compagnie Tiengeboden gemaakte documentaire Nijmegen, stad der Bataven? uit 2005 (ter ere van het 1900-jarig bestaan van de stad) op de tentoonstelling te laten zien.

vrijdag 18 februari 2011

Traditie

Smetius staat aan het begin van een traditie van opgraven, verzamelen en publiceren van Nijmeegse Oudheden. Velen zijn hem nagevolgd.

Deze expositie kent ook voorlopers. In 1989 heeft het Provinciaal Museum G.M. Kam een tentoonstelling gewijd aan de Smetii (recensie) en in 1999 heeft Museum Het Valkhof een kleine expositie gehad (recensie).

Tradities worden voortgezet!

donderdag 17 februari 2011

Tentoonstelling SMETIUS

Het is nu defnitief: er komt in de Verdieping van de UB van Nijmegen een tentoonstelling over de Smetii: vader en zoon Johannes Smetius uit Nijmegen.
De expositie loopt van april tot en met mei dit jaar.

Middels dit blog wil ik jullie op de hoogte houden van het wel en wee van de tentoonstelling.

Om te beginnen hier een link naar de eerdere tentoonstellingen in de bieb van de Radboud Universiteit: http://www.ru.nl/ubn/nieuws/tentoonstellingen/

En dit blog is een mooie gelegenheid voor mezelf om het bloggen eens uit te proberen ;)